Jagersaus
Een rijke saus met paddenstoelen, spekjes en ajuin, heerlijk bij een stuk kip, een schnitzel of een stuk wild. Jagersaus maak ik in een paar stapjes om het nog makkelijker te maken. Iedereen wordt blij van deze heerlijke klassieke saus.
Ingrediënten (4p)
250 g kastanje champignons
150 g spekreepjes gerookt
250 ml rode wijn
350 ml runderbouillon
150 g kleine verse zilveruitjes
1 el tomatenpuree
1 el bloem
Een takje tijm
Een flinke klont roomboter
Peper en zout
1 sjalot
Bereidingswijze
Pel de zilveruitjes en snij paddenstoelen in 4. Kleur de spekjes zonder vetstof aan in een pan tot mooi gekleurd. Voeg de paddensoelen in 4 gesneden bij en bak 4 à 5 min mee. Hou opzij.
In de zelfde pan bak je de fijngesneden sjalot aan samen met de spekjes. Voeg de bloem in 1 keer toe en roer goed rondomrond tot er niets meer van de bloem zichtbaar is, van het vuur voeg je de wijn en tomatenconcentree toe en roer goed alles weer mooi uit elkaar.
Voeg bouillon toe en rest van ingrediënten en zet weer op vuur, laat opkoken en dan 8 tot 10 min verder sudderen tot ajuintjes zacht zijn, proef en kruid eventueel bij. Is je saus te dik, voeg dan nog extra bouillon toe.
Ja, je kan de Jagersaus van tevoren maken en bewaren in de koelkast tot gebruik.
Je kan de Jagersaus ook invriezen voor later gebruik.
De Jagersaus past goed bij vleesgerechten, zoals biefstuk of varkenshaas, maar ook bij aardappelgerechten, zoals aardappelpuree of gebakken aardappelen.
Een glas rode wijn past goed bij de Jagersaus, maar je kan ook kiezen voor een biertje.
Ja, je kan de champignons vervangen door andere paddenstoelen zoals shiitake, oesterzwammen of cantharellen.
